2.4 Gemiddelde ziekteverzuimduur (GZVD)

Deze maat heeft betrekking op de duur van de ziekte. Het is nuttig te weten dat een eenduidige interpretatie van de stijging of de daling van de gemiddelde ziekteverzuimduur niet mogelijk is zonder daarin het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie te betrekken.

               som van de duur ziekteverzuimgevallen in periode t beëindigde gevallen
GZVD =  ---------------------------------------------------------------------------------------------
                            aantal beëindigde ziekteverzuimgevallen in periode t

Hierbij geldt dat de gemiddelde ziekteverzuimduur is gebaseerd op de beëindigde verzuimgevallen in de verslagperiode. De duur van een verzuimgeval bedraagt het aantal kalenderdagen vanaf de aanvangsdatum van het ziekteverzuim tot de herstelddatum. Gedeeltelijke verzuimdagen gelden als hele verzuimdagen. Per definitie valt de herstelddatum dus binnen periode t.

Bij de bepaling van de ziekteverzuimduur van deeltijders wordt de deeltijdfactor niet toegepast. Met andere woorden: hij wordt dus als fulltimer meegerekend. Een deeltijder (werkt maandag en vrijdag de hele dag, dinsdag en donderdag halve dagen en woensdag niet – deeltijdfactor is 24/40 = 0,60) die twee weken niet werkt wegens ziekte is dus volgens de kalenderdagmethode veertien dagen ziek.

Als in werkdagen wordt geregistreerd, is voor niet te kleine aantallen fulltime werknemers tezamen de totale ziekteverzuimduur bij benadering vast te stellen door het totaal aantal verzuimdagen met de factor 7/5 te vermenigvuldigen. (Zie ook bijlage 3.) Per individuele deeltijder of per identiek cluster deeltijders doet men hetzelfde na de verzuimduur eerst vermenigvuldigd te hebben met 100% / deeltijdfactor (in procenten). De deeltijder in bovenstaand voorbeeld is volgens de werkdagmethode nu zes werkdagen ziek. Omgerekend naar de kalenderdagmethode is dat 6 x 100%/60% = 10 x 7/5 = 14 kalenderdagen.

Berekening

De berekening van de gemiddelde ziekteverzuimduur gaat als volgt:

  1. Bepaal de duur van alle in de verslagperiode beëindigde gevallen conform bovenstaande wijze.
  2. Tel de duur van alle in de verslagperiode beëindigde verzuimgevallen op.
  3. Deel de uitkomst vervolgens door het aantal beëindigde verzuimgevallen.